up down
about

Dirk Jan Jager is a visual artist working in a variety of media. He began his career as a painter, and in his performance work he still approaches painting from unusual perspectives. In many of his performances the living surface of the body is defined as a site of intervention. It becomes a blank canvas, yet its surface does not exactly receive, or host, images.

Jager alludes to motifs from painting or mythical figures to stage the body, allowing the familiar image to act as a second skin, which in the course of the performance is gradually peeled off, to reveal an anonymous, generic body. A central element in his work is the gesture of erasing identities, and images that support them.

Another aspect of his work is the interest in rituals and rites of passage, and transitional states that give birth to a new person, within a performative situation which involves the covering and peeling off the full surface of the body with different materials.

Alena Alexandrova

Laocoön

Laocoön en zijn zonen – een strijd op de armen van Dirk Jan Jager

 

Mister Motley 26 november 2016

door Renee Appelmans

 

Er staat een man met donker haar op een groezelige zwart-wit foto. Hij heeft Smokey eyes en zwart omringde lippen en staat wat verloren in een godverlaten, krappe hotelkamer. Het beeld roept vragen op: Wie is dit? Wat is zijn seksuele geaardheid? Is hij een rockster, een travestiet, of beide? Naast de enorm aantrekkelijke sfeer die om de schilder en performance kunstenaar Dirk Jan Jager hangt, valt mijn oog ook op iets anders in de foto: een tatoeage van een inktvis die bijna zijn hele rechterbovenarm bekleedt. Na wat onderzoek kom ik er achter dat niet alleen zijn rechterarm door een tatoeage bedekt is: er is nog veel meer…

‘Toen ik 26 jaar oud was en mijn eerste tatoeage liet zetten, kende ik nauwelijks kunstenaars die een inkttekening op hun lijf hadden. Hooguit rocksterren. Ik wilde een goede artiest vinden stuitte op Hanky Panky: beter bekend als Henk Schiffmacher -nog steeds een van de meest bekende tatoeëerders van Nederland. Ik wist dat hij een paar tatoeages bij Anthony Kiedis gezet had, dus dacht ik: als hij zo goed is, mag hij er ook een op mij zetten. Voor mijn eerste tatoeage liep ik al lange tijd rond met het verhaal van Laocoön en zijn zonen.’ De marmeren beeldengroep uit 40 – 20 v.Chr. vertelt het mythologische verhaal over Trojaanse priester Laocoön die samen met zijn twee zonen gewurgd wordt door twee slangen. De beeldengroep werd zo’n 600 jaar geleden gerestaureerd, omdat het verschillende onderdelen miste, waaronder de arm van Laocoön zelf. Volgens ‘berekeningen’ zou het beeld een uitgestrekte arm moeten hebben. Michelangelo zette in opdracht van de paus een nieuwe, uitgestrekte arm op het lichaam, ondanks dat hij van mening was dat de arm gebogen moest zijn. Midden in de 20e eeuw werd in Rome de originele arm van het beeld teruggevonden die inderdaad gebogen was. Ze verwijderden de gerestaureerde onderdelen en plakten de gevonden arm erop. ‘Voor mij staat deze gebeurtenis, en tevens voorstelling, symbool  voor een irrationeel beeld. Ze dachten nogal gemakkelijk over het vinden van de ‘juiste’ vorm. Op mijn 26e was ik erg zoekende naar ‘de juiste vorm’, terwijl ik tegenwoordig van mening ben dat er geen goede vorm aanwezig is en je deze zelf moet verzinnen. Voor mij staat binnen deze gedachte de verloren, door een slang, verstrengelde arm symbool.” Dirk Jan ging naar Henk Schiffmacher toe met het vage idee dat hij een slang om zijn bovenarm wilde. “Destijds sloeg je niet zomaar een laptop open waarop je gemakkelijk een afbeelding van een slang kon vinden. Daarom trok Henk de encyclopedie uit de kast en bekeek daarin verschillende afbeeldingen van slangen. Vervolgens begon hij met stiften uit de losse pols een slang op mijn bovenarm te schetsen. Een paar pogingen -en gescheld van Schiffmacher- later stond de tekening van de slang erop en kon de naald erin.

De tweede tatoeage heb ik op een tattooconventie in Amsterdam laten zetten die georganiseerd werd door Schiffmacher. Ik liep wat rond op de beurs en kwam terecht bij de Japanse tatoeëerder Hori Taku. Dat was het moment dat ik kennis maakte met de Tebori techniek: een vorm van traditionele Japanse tattookunst waarbij het plaatje met een lange stok met inkt eraan, in plaats van met een tattoomachine, wordt gezet. Ik was hierdoor gecharmeerd, omdat de verrichting zelf een performance is. Ik wilde dit ritueel graag zelf ondergaan en liet mij twee avonden lang door hem tatoeëren. De tatoeage is gebaseerd op de Japanse prent ‘The dream of the fisherman’s wife’ van Katsushika Hokusai. Naast het feit dat ik het beeld erg prikkelend vind, vormt de inktvis een mooi metafoor. Ik zou het liefste acht armen willen hebben om zoveel mogelijk tegelijk te kunnen doen. Ondanks dat velen anders beweren, vond ik deze techniek minder pijn doen dan de machinale uitvoering, echter is de techniek tijdrovender, en om deze reden is de tatoeage nooit tot voltooiing gebracht.’

Door de immense populariteit van het zogeheten ‘thuisprikken’ zijn veel kunstenaars nieuwsgierig geworden naar tatoeagekunst. Voor €150,- kuns je in China een koffertje bestellen waarin alle benodigdheden zitten voor een tekening op iemands lichaam. Uiteraard is dit nogal onverantwoord, met amper ervaring. Ook Dirk Jan zat er een tijdje aan te denken om er zijn brood mee te verdienen. Hij werd door een paar vrienden getriggerd, omdat zij als onderdeel van hun kunstenaarschap een machientje gekocht hadden. Hij kwam nooit verder dan het zetten van een 10-centimeter lange tatoeage op zijn broer. “Mijn broer wilde graag dat ik een G-sleutel op zijn been zou zetten. Aangezien dat mij wel tof leek, ben ik naar een tatoeëerder gegaan en heb ik gezegd “Ik wil graag een tatoeage op iemand zetten, maar wel met jouw spullen. In ruil daarvoor betaal ik jou het geld dat hij normaal gesproken kwijt zou zijn aan het zetten van een tattoo.’ de artiest vond het goed. Hij waarschuwde me van tevoren nog dat het niet in één keer zomaar zou lukken, zonder te oefenen. Ik dacht nog: jaja, het zal wel. Tijdens het zetten van de letter bleef de tatoeëerder erbij, zodat hij alles in de gaten kon houden en tips kon geven. Wonder boven wonder ging het in één keer goed.” 

“Ik heb het idee dat tatoeages tegenwoordig nog maar weinig inhoud hebben. Mensen nemen in een dronken bui midden in de zomer een tatoeage, terwijl dat al twee redenen zijn waarom je er geen zou moeten laten zetten. Ik heb kort geleden twee performances uitgevoerd waarbij ik gebruikmaakte van hennatatoeages. Bij deze tijdelijke vorm is het de kunst om zo strak, rood en duurzaam mogelijk te maken. In deze performances ontstaat er een briefwisseling op elkaars lichaam. Daarbij doelen we op het naar buiten halen van elkaars persoonlijkheid door te corresponderen wat je op dat moment denkt. Het gaat mij vooral om het creëren, het uitvegen en het opzoeken van de grenzen binnen verschillende culturen. Een wederkerigheid ontstaat.” 

 

link: https://www.mistermotley.nl/laoco%c3%b6n-en-zijn-zonen-een-strijd-op-de-armen-van-dirk-jan-jager/

 

RUN WRITE SHAKE

9 september 2016

door Renée Hartog

Jager: “Ik ben er nog niet aan toe om mij teveel terug te trekken, ik ben nog te hongerig naar nieuwe informatie. Ik ben wel rustiger, maar tegelijkertijd nog niet klaar en probeer als een spons op te zuigen wat ik kan."

"In het bonte stadslandschap van Amsterdam is het bijna onmogelijk op te vallen. Tussen de bachelor parties, de diversiteit aan mensen die als een mierenhoop door elkaar heen krioelen, kijkt zelfs naar een uitdagende performance niemand op of om. Stellen we dat in contrast met een ander ritme, een traagheid..... misschien brengt dat ons in contact met de ander."

"Het vieren van het leven biedt materiaal om mee te werken, maar als je teveel het leven viert, heb je geen tijd om het uit te werken. Je moet je terugtrekken om materiaal uit te werken." 

Een jaar geleden, met The Complete Sheet, ging Dirk Jan Jager de confrontatie aan met zichzelf om, in het midden van zijn leven, de balans op te maken van zichzelf en als kunstenaar. Wij zagen hem als fotograaf. Ergens koestert hij de wens om de schilder in zichzelf weer terug te vinden.

"In performance is de plaats belangrijk en de interactie met de mensen in die omgeving. Je deelt acties op een plek, bijvoorbeeld een markt of een werf of een ziekenhuis, tijdelijk met de toeschouwer. Performance is voor mij geïntensiveerde werkelijkheid. Ik probeer beelden op te roepen, beelden en betekenissen waarvan ik vind dat ze er zouden moeten zijn. En het onverwachte een kans te geven, om mezelf en anderen te verrassen."

Dirk Jan is fotograaf, schilder en performance kunstenaar. Het gaat hem om de dialoog, tussen de velden, tussen hem en zijn omgeving en de interactie met de beschouwer. Betekenis komt door alle zintuigen open te houden. Alle zintuigen moeten geactiveerd worden anders leeft het voor hem onvoldoende.

"Het gaat erom het leven zelf te ervaren en anderen zijn daar een belangrijk onderdeel van."

In 2013 was Jager in Guangzhou, China. Hij raakte er gefascineerd door Chinese tekens, de geschilderde, voor hem onbegrijpelijke woorden. Met de Zweedse performance kunstenaar Johannes Blomqvist ontwikkelde hij vanuit die fascinatie een project om interactie te vinden met de Chinese passanten in de stedelijke omgeving van Guangzhou. Beiden vielen zij op door hun andere bouw, huidskleur,lengte, hun ‘anders zijn’. Zij probeerden een verbinding te leggen tussen hen beiden en met het publiek. Twee tegenpolen, de één jonger, dikker, de ander ouder, slanker, die hand in hand over straat gaan,  "verbonden" door hun anders zijn in de context van die omgeving. Gedurende dit schilderachtige project (ze beschilderden elkaar met Chinese tekens als tijdelijke tatoeages) waarbij ze stoïcijns en onderkoeld over straat gingen, lagen hun onderliggende emoties net onder de oppervlakte.

In deze tentoonstelling kunnen we aanschouwen hoe de lokale voorbijgangers in Guangzhou reageerden. De foto’s vertellen het verhaal van de performance door de ogen van het publiek, met als hoogtepunt de zwarte verf, die van hun westerse lichamen afdroop op de grond, en terwijl de heren elkaar schoonmaakten een voorbijganger spontaan de interactie aanging door in het afgespoelde verfwater te duiken.

Vanavond gaat Jager opnieuw de verbinding aan, op alle fronten. Tegenover de foto’s hangen enkele schilderijen, daar probeert Jager op het doek een vertaling te maken van de performance van drie jaar geleden naar het nu en hier. Het is materiaal om verder uit te werken in de toekomst.

“In mijn zoektocht naar nieuwe beelden moet ik dit soort rituelen doen.”

Op zoek naar een nieuwe realiteit bent u vanavond getuige van een nieuwe performance waarvan de uitkomst ongewis is. Een huwelijksritueel. Een ritueel, dat nieuw materiaal biedt, waar nieuwe foto’s en schilderijen uit voort komen. Een huwelijk, waarvan eigenlijk? Een huwelijk tussen twee kunstenaars, een man en een vrouw? Een huwelijk tussen twee culturen? Tussen oost en west? Tussen de Europese en de Arabische beschaving? Een huwelijk tussen verschillende artistieke disciplines? Een viering.

Zijn 51e verjaardag viert Dirk Jan samen met alle genodigden en spontane aanwezigen. 


Performance zonder publiek

Het Parool 10 december 2015

door Marjolijn de Cocq

In de tentoonstelling The complete sheet in Arti laat de Amsterdamse kunstenaar Dirk Jan Jager analoge foto's zien die hij als studies heeft gemaakt tussen1990 en 2007. "Ik kan nooit een geëffend pad afwandelen."

De laatste jaren timmerde hij aan de weg met spraakmakende performances als Leviathan, waarbij hij uit de nok van de Oude Kerk neerdaalde. Dit weekend grijpt Dirk Jan Jager (50) terug op ouder werk, de analoge foto's die hij maakte tussen 1990 en 2007. Tien contactsheets en tien zwart-wit foto's, afgedrukt op barietpapier, naast vijf kleurenafdrukken - elk contactsheet een weerslag van een performance zonder publiek.

Waarom bent u begonnen met fotograferen?
 "Het waren schetsen voor schilderijen die ik nog zou willen uitwerken. Ik maakte de foto's van mezelf met een zelfontspanner in verschillende ruimtes. Dit was een snelle manier van vastleggen, rauw, direct en eerlijk. Niet opgesmukt, niet bewerkt."

Hoe verhouden deze foto's zich tot de performance art waarmee u de afgelopen vijf jaar bezig bent geweest?
 "Schilderen is de basis, mijn eerste liefde. Maar de performances vormden een verlengstuk van wat ik al op de foto's had gedaan. In zekere zin zijn de foto's ook performances, maar dan zonder publiek. Ik heb veel met mijn eigen lichaam verbeeld, mezelf aan rituelen onderworpen, mijn lichaam laten reageren op verschillende ruimtes. Bij het eerste frame begin je met een idee, maar tijdens die 36 opnamen ontstaat een voortschrijdend inzicht."

U bent in 2007 abrupt gestopt met fotograferen. Waarom?
 "De digitale fotografie kwam op en je leek wel gek om nog analoog te fotograferen. Ik raakte erdoor in de war. Bij digitale fotografie is er eigenlijk geen limiet, terwijl die 36 foto's op een fotorolletje voor mij een kader vormden. Je kocht een rolletje, je fotografeerde blind en dan bracht je het naar een laboratorium. Daar zat heel veel opwinding in, tijdens het wachten, en ook teleurstelling."
 "Maar ik heb het nu weer opgepakt, die filmpjes, dat analoge geeft de foto's een soort puurheid, waarbij ik me thuisvoel. Het is mijn materiaal en het gáát ook over beperking, over: waar ligt mijn grens?"

U zoekt graag grenzen op, ook bij het etaleren van uw eigen lichaam.
 "Het is goed dat er restricties zijn in de media en het openbare leven. Maar grenzen kun je aftasten. Mijn werk is niet extreem, maar intiem en kwetsbaar. Het gaat altijd over fases, over jezelf opnieuw uitvinden, over vragen stellen: wat vind ik belangrijk, wat wil ik nu? Confronterend is niet het woord, maar het is wel ongemakkelijk. Het zijn zeer persoonlijke uitdrukkingen die ik naar buiten breng, ik kan nooit een geëffend pad afwandelen."
 "Het is niet zozeer compromisloos, maar ik wil gewoon mijn gang gaan. Het is nu voor het eerst dat de foto's afgedrukt zijn, één maal. Ik wilde ze zelf hebben. Noem het een fetisj: de materie, de kleur van het zwart, de glans van het papier, de tastbaarheid. Ook al vindt misschien niemand het interessant, deze stap moest worden gezet."

Marjolijn de Cocq




i-D Vice

https://i-d.vice.com/nl/article/de-analoge-selfies-van-dirk-jan-jager

Vandaag opent in de arti-galerie van Arti et Amicitiae in Amsterdam de expositie The Complete Sheet van Dirk Jan Jager. Beeldend kunstenaar Jager nam voor deze serie van 1990 tot 2007 een reeks analoge foto's waarin één subject centraal staat: hijzelf. De foto's zijn voor deze expositie voor het eerst afgedrukt, en sommige zijn zelfs nooit eerder aan publiek tentoongesteld.

Als fotograaf plaatste Jager zich in deze serie vóór de camera, in plaats van erachter. De foto's zijn geschoten met gebruik van een zelfontspanner, en altijd is er ergens in beeld wel een deel van de kunstenaar te zien. De foto's worden op geen enkele manier geïntroduceerd of toegelicht, en lijken niet meer te zijn dan een serie analoge selfies, waarin het subject zowel een man als vrouw kan zijn.

Met deze foto's zonder enige duidelijkheid of verhaal, daagt Jager de kijker uit om na te denken over het ego en hun eigen verhouding tot de foto's. Dit doet hij door met zijn zelfportretten te verwijzen naar de theorieën van diverse filosofen. Zijn serie is wat Artaud 'het lichaam zonder organen' zou noemen. Hiermee wordt niet bedoeld dat Dirk Jan zelf geen organen heeft, maar dat zijn lichaam constant in contact is met de buitenwereld - het ondergaat ervaringen en wordt daardoor beïnvloed. De buitenwereld is in dit geval de kijker, die in de serie niets anders ziet dan fragmenten van de kunstenaar zelf.

Wellicht onbedoeld laat hij ons zo nadenken over onze cultuur, waarin zelfverheerlijking centraal staat en we onze socialmedia-accounts vol zetten met foto's van onszelf. Volgens Jager zijn zulke beelden voornamelijk fetisjen, waarmee we ons bestaan binnen een groter geheel proberen te bevestigen. Dirk Jan Jager laat zo zien dat selfies een stuk filosofischer zijn dan je zou denken.

Robin Alper, 11 december 2015

Museumnacht 2011

Geil. Met je kinderen naar MuseumN8 - GeenStijl

Kunst omdat het moet. Extra spectaculair als het donker is - en dan willen de kids tenminste ook een keer mee omdat ze langer op mogen blijven. Goed voor de ontwikkeling bovendien. Zeker nu, met die onherroepelijk teloorgang van de volledige cultuursector wegens lege zakken. De jeugd dient geënthousiasmeerd te worden voor zaken die misschien binnenkort niet meer bestaan. Afgeknepen, uitgemolken, niet meer aftrekbaar, geknipt & geschoren: de hele Nederlandse kunst staat op de tocht. U herkent ongetwijfeld de artistieke symboliek van armoedigheid in het witte tentje. Begeleidende mevrouw (moeder? docente? gekke crea-tante?) grijpt gelukkig haar kans op kunst en getuige de opgewonden glimlach is ze zielsgelukkig om deelgenoot te zijn van dit verrassende staaltje performance art. De kids zijn nog niet helemaal gegrepen. Maar één ding staat als een paal boven water: als we onze jeugd niet blootstellen aan de schone kunsten, is verdere kaalslag onvermijdelijk. En daarom is dit best belangrijk. Hufterboekfotomateriaal van fotograaf Elmer van der Marel. Klikken, niet schrikken. [lachspiegel:]

 

link: https://www.geenstijl.nl/2767111/geil_met_je_kinderen_naar_muse/

 

SUMO BABY

Kunstbeeld nr. 9 2007

door Aernout Hagen

 

Nadat hij dit voorjaar het Amsterdamse kunstenaarsinitiatief ‘Outline’ met een tiental werken op de kunstbeurs ‘Art Prague’ heeft vertegenwoordigd, krijgt de schilder Dirk Jan Jager (1965) nu een solotentoonstelling op de thuisbasis van ‘Outline’. Naar aanleiding van de op zijn schilderijen terugkerende onderwerpen heeft de tentoonstelling de titel ‘Sumo Baby’ gekregen. Jager is niet alleen kunstenaar. Hij is tevens de drijvende kracht achter verschillende kunstmanifestaties, bij de eigen vestiging van ‘Outline’ in Amsterdam-Oost, maar ook daarbuiten.

Zo organiseerde hij bijvoorbeeld ‘De Inrichting’ op het terrein van het psychiatrisch centrum in Heiloo in 2003, en de ‘Salón de los Inmigrantes’ in de Oude Kerk in 2004. In zijn eigen werk gebruikt hij naast verf en penseel ook andere media, zoals fotografie en installaties. Maar hij voelt zich in de eerste plaats schilder en heeft in de loop der jaren keer op keer bewezen dat de schilderkunst allerminst ‘dood’ is. Terwijl hij met nieuwe materialen en schildertechnieken steeds is blijven experimenteren, is hij zich wat betreft kleurgebruik en thematiek juist meer en meer gaan beperken. Hij gebruikt vooral zwart, wit en grijstinten. Terugkerende onderwerpen zijn bijvoorbeeld sumoworstelaars die zich concentreren vlak voor of tijdens een gevecht, en baby’s die onbewust van hun omgeving intens kunnen staren naar een eigen voetje of vingertje. Allebei verwijzen ze naar het proces dat een kunstenaar doorgaat voor hij aan een kunstwerk kan beginnen. Hij concentreert zich en probeert het gewenste eindresultaat te verbeelden, voordat hij echt tot actie overgaat en, in het geval van de schilder, een in de verf gedoopt penseel op het doek zet.

Jager schildert met krachtige en expressieve penseelstreken op de meest ongebruikelijke ondergronden, zoals ruwe stof uit een tuincentrum, transparante vitrage en zelfs rubberen deurmatten. De verschillende lagen blijven steeds duidelijk zichtbaar. Het oog van de beschouwer kan daardoor voortdurend heen en weer gaan tussen de materiële diepte en de diepte van de geschilderde voorstelling. Zo kan de werkelijke ruimte de verbeelde ruimte binnendringen.

 

 

youth work

Youth work: 'Punk' (1981) painted in my bedroom. I was 15 and afraid my mother would make comments on my painting like: Is that who you want to be? So I closed the door while painting and let it dry on the top shelf. It was my secret project and I only showed the result when finished. It became one of my mom's favorites ...

Punk was relatively new at the time and I tried to make a portrait of this new culture in an oldfashioned way, the style of the Dutch Masters. Of course I failed. I had no particular model in mind, wasn't looking at anyone. Tried to work with 'claire obscure', the extreme light and dark effects in some classic paintings. In this light a contemporary man becomes visible.

I had no particular model in mind, wasn't looking at anyone so perhaps it is an imaginary portrait, a compilation of observations and experiences.

He wears make-up: black lipstick and eyeliner. He dyed his hair white on one side and black on the other and he has a mohawk. A flea collar around his neck. Fluorescent green fake fur is glued on his leather jacket with studs, zippers and safety pins.

One of his buttons shows a bleeding Dutch flag, the symbol of 'Hollanditis'. This term was coined by the American historian Walter Laquer to describe the wave of pacifism that swept through the Netherlands and other European countries. It was a response to confrontational politics, a protest against cruise missiles, in particular neutron bombs.

The graffiti in the background refers to more local themes such as 'Debiele Eenheid', 'Wanda's' (first all-women punkband in the Netherlands) and 'Parkhof moet blijven'. Parkhof was a squat in an abandoned school in the Victoriepark. The city government wanted to demolish it, therefore I took part in a parade to the town hall to "demand" the preservation of Parkhof. Our wish was granted and Parkhof served as a pop venue until 2009. Then it became a haunted house and now it's a fancy restaurant.

I think my Punk painting should hang in this restaurant as a tribute to those who preserved this unique venue and my mother is going to offically hand over the painting!

'Punk' (1981)<br> 'Punk' (1981)
The Complete Sheet - artist book

Photographs: Dirk Jan Jager
Text: Simon Ferdinando
Design: Katja van Stiphout

Edition: 50

Phagosytosis

In Phagosytosis an artist and a dancer create a compelling performance where, each contrasting with the other, they alternate between passive and active states of mind and behaviour. It is a performance in which they investigate the boundaries of what one person, when given consent, can do to another's body. The perspective switches continuously. How can what seems passive suddenly appear active?


bed peace
 
Was it the birth of our son or the splendid sunsets right in front of our house that gave inspiration for this photo? And is there a reference to John & Yoko or rather to Joseph & Mary? I used a self-timer. Naturally it's difficult to direct a toddler, and I did not want to direct him. I believe in natural behaviour and then see what happens. I bought him a candy roll of Fruittella, as a focus point. And to my surprise, while the self-timer was counting, he stuck the candy roll with wrapper and all in his mouth. Our son is a born actor ...
wax latex mud

9 August 2009, Espaço 104, Belo Horizonte, Brazil.

Dirk Jan Jager is best known for his work as a painter, however at the invitation of the organizers of MIP2, the Brazilian international performance art manifestation, he staged a new performance work Wax Latex Mud.

This new work extends an ongoing investigation into the body as an extension of Jager's painting practice: in which he stages himself as the Anonymous Body. This body aims to exist in a state of neutrality equivalent to that of the fresh canvas or the white cube.

Of course the body is never entirely anonymous and thus through the work itself and the gaze of the viewer mediated by the artist it becomes a site of transgression.

Previously this work existed as closed performances, the artist alone with a camera caught in closed circuit anti-narratives. With Wax Latex Mud the action goes public, the physical enclosure regulated by the aperture of the camera mechanism removed. Time plays a significantly different role in this work, along with the actual presence of audience duration and endurance enhances the vulnerability of the body.

Over three consecutive nights the artist undertakes a journey of transformation. Though this process recalls in some respects Joseph Beuys’ tale of rescue by Tarter tribesmen, Jager's action connects directly to the history and culture of the country where the work unfolds. First he undergoes a full body depilation or Brazilian wax, the ritualistic action is then repeated over the following nights using first liquid latex from the Pará rubber tree Hevea brasiliensis, and finally clay.

At the beginning of each stage the artist appears in a suit, which was cut off of him by assistants, although these sometimes very painful actions of stripping, burying and coating can be seen as reminiscent of universal Jungian warrior archetypes found in Africa, Asia, the Americas and the European ancient world, Jager refreshes and subverts them with an intense presentation of a hyper-vulnerable Artaudian body without organs: in a disused building, traffic humming through the warm night in the middle of a bustling Brazilian city on the equator, called Beautiful Horizon.

Simon Ferdinando